Beste lezers van Klasse,
Er zijn twee grote redenen waarom ik op zoek ben gegaan naar antwoorden op mijn vragen in verband met het thema 'levensvragen van kinderen over de dood'. Enerzijds omdat ik als kind zelf mijn opa ben verloren en hierna heel veel vragen had, waarvan sommige nog steeds onbeantwoord en anderzijds omdat ik zelf tijdens mijn stages al geconfronteerd ben geweest met kinderen die vragen hebben over de dood.
Verdergaand op deze twee redenen ben ik op zoek gegaan naar welke vragen kinderen kunnen hebben over de dood en hoe je daarmee moet omgaan, want uit eigen ervaringen vind ik toch dat zowel op mijn vragen van vroeger als op de vragen die ik aan kleuters gegeven heb niet voldoende antwoord heb gegeven. Dit is vooral te wijten aan het feit dat voor sommige mensen de vragen van kinderen onverwacht komen en er dus maar snel een al dan niet juist antwoord op gegeven wordt. Ik vond het daarom wel belangrijk om hier naar op zoek te gaan.
Uit mijn onderzoek is gebleken dat kinderen heel wat vragen kunnen hebben, naargelang de leeftijd van het kind, beseft hij/ zij al meer wat dood betekent en kunnen de vragen ook al meer uitgebreid of ingewikkelder zijn. De vragen van kinderen kunnen heel uiteenlopend zijn en gaan van " waar gaat oma nu naartoe als ze dood is", tot " waarom heeft oma nog een bril op nu ze toch niks meer kan zien?".
Uiteindelijk is het niet zeker dat kinderen allemaal zoveel vragen stellen en zelfs dan kan het zijn dat deze bovenstaande vragen niet eens aan bod komen. Om uit te zoeken welke vragen kinderen nu effectief stellen, heb ik een aantal interviews gedaan waaruit ook een aantal vragen naar boven gekomen zijn.
Vragen zoals " zouden er veel poezen zijn in de poezenhemel?", "waarom worden de spulletjes van peter weggedaan?" en " heeft ons broertje ooit zijn oogjes open gehad?".
Je merkt zelf al op dat de ene vraag makkelijker te beantwoorden is dan de andere en dat het niet altijd even makkelijk is om een goed antwoord te geven. Er zijn twee visies die je kan hebben over het antwoorden op de vragen, enerzijds de waarheid vertellen en anderzijds kiezen voor een iets meer 'gefantaseerde waarheid'.Voor dat laatste kan je bijvoorbeeld vertellen dat de oma's naar de hemel gaan en dat ze een sterretje worden. Uiteindelijk zijn beide visies correct en kan er niet echt een duidelijk antwoord gegeven worden want vaak weten volwassenen zelf niet de juiste antwoorden. Wat wel belangrijk is, is dat je het kind geruststelt met de antwoorden die je geeft.
Tot slot ben ik ook nog kort ingegaan op de vragen van kinderen die zelf binnenkort zullen sterven, want wat moet je hen antwoorden als het niet om anderen gaat maar om zichzelf?
Ook dit is moeilijk aan te pakken, maar op de vragen zoals " zal ik vriendjes hebben in de hemel?", "waarom ga je niet met me mee mama?" en "waarom ga ik nu al dood?" kan je best ook de kinderen geruststellen en zoveel mogelijk 'juiste' informatie geven, want later kan je daar alleen maar spijt van hebben dat je het niet voldoende gedaan hebt.
Als tip kan ik nog meegeven dat er ook prentenboeken bestaan waarin dergelijke situaties voorkomen en waarom er op bepaalde vragen een antwoord wordt gegeven. Deze boeken kunnen een hulp zijn om de moeilijke vragen van kinderen te beantwoorden.
Met vriendelijke groeten,
Winnie Celis
zondag 8 juni 2014
zaterdag 7 juni 2014
Verplichte lectuur: politieke partijenen en standpunten over religie
Als tweede verplichte tekst heb ik een tekst gelezen over de verschillende politieke partijen en hun standpunt over onderwijs.
Het artikel kan u hier raadplegen:
http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/
Hieronder de verwerking van het artikel:
Groen
Groen zegt dat het meestal niet makkelijk is voor kinderen om hun levensbeschouwing en waarden naar buiten te brengen tegenover de wereld omdat er in de wereld veel verscheidenheid heerst ivm levensbeschouwing. Toch vinden ze dat het moet kunnen dat kinderen deze levensbeschouwing wel kunnen uiten, want ze zijn volop opzoek naar zichzelf en naar wat zij goed vinden. In die zoektocht kunnen ze worden bijgestaan door levensbeschouwelijke vakken die ze op school krijgen.
Ik vind vooral dat ze gelijk hebben in het feit dat veel mensen hun eigen opvattingen en geloof hebben over waarden en levensbeschouwing en dat het als kind, maar ook al mens, niet makkelijk is om daartegenover jouw, misschien totaal verschillende, levensbeschouwing duidelijk te maken. Het schrikt af om tegen anderen in te moeten gaan en te zeggen dat je vind dat het wel of niet zo is. Het is goed dat groen vind dat kinderen de kans moeten krijgen om levensbeschouwelijke vakken op school te krijgen, op die manier kunnen ze dan hun eigen mening hierover leren te hebben en ook te durven uiten.
Open VLD
Open VLD zegt dan weer dat ze vinden dat vanaf de derde graad van het secundair onderwijs, ze opteren om minstens de helft van de uren op te starten vanuit zedenleer om zo
de verschillende culturen te ontdekken
en te vergelijken.
Het artikel kan u hier raadplegen:
http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/
Hieronder de verwerking van het artikel:
Groen
Groen zegt dat het meestal niet makkelijk is voor kinderen om hun levensbeschouwing en waarden naar buiten te brengen tegenover de wereld omdat er in de wereld veel verscheidenheid heerst ivm levensbeschouwing. Toch vinden ze dat het moet kunnen dat kinderen deze levensbeschouwing wel kunnen uiten, want ze zijn volop opzoek naar zichzelf en naar wat zij goed vinden. In die zoektocht kunnen ze worden bijgestaan door levensbeschouwelijke vakken die ze op school krijgen.
Eigen standpunt hierover:
Ik vind vooral dat ze gelijk hebben in het feit dat veel mensen hun eigen opvattingen en geloof hebben over waarden en levensbeschouwing en dat het als kind, maar ook al mens, niet makkelijk is om daartegenover jouw, misschien totaal verschillende, levensbeschouwing duidelijk te maken. Het schrikt af om tegen anderen in te moeten gaan en te zeggen dat je vind dat het wel of niet zo is. Het is goed dat groen vind dat kinderen de kans moeten krijgen om levensbeschouwelijke vakken op school te krijgen, op die manier kunnen ze dan hun eigen mening hierover leren te hebben en ook te durven uiten.
Belgische allitantie
De Belgische alliantie is opteert er, nog meer dan groen, voor dat kinderen op school levensbeschouwelijke vakken moeten krijgen. Niet enkel omdat ze niet weten wat te kiezen uit die vele keuze en dit dan op school kunnen uitzoeken, maar vooral omdat ze dan kunnen uitzoeken 'wie ze zijn' binnen een bepaalde levensbeschouwing. Wel zeggen ze dat ze vinden iedereen wie kiest voor een Katholieke school verplicht is om godsdienstlessen te volgen. Uiteraard is er ook een mogelijkheid om zedenleer te volgen, maar dit kan in andere scholen.
Eigen standpunt hierover:
Dit standpunt volgt in grote lijnen dat van groen en voor een groot stuk ben ik het hier dan ook mee eens, maar wat ik jammer vind is dat ze zeggen dat wie in een katholieke school gaat, godsdienstlessen moet volgen. Ergens valt dit te begrijpen maar ik vind dat iedereen recht heeft om te kiezen of hij/zij al dan niet godsdienst of zedenleer volgt, zelfs in een Katholieke school. Ik denk hier dan vooral aan de praktische kant: wat als de dichtstbijzijnde school een Katholieke school is en jij wil liever zedenleer doen. moet je dan uren rijden om toch je keuze te kunnen doen of moet je voor het gemak kiezen maar dan tegen je zin godsdienst doen?
Open VLD
Open VLD zegt dan weer dat ze vinden dat vanaf de derde graad van het secundair onderwijs, ze opteren om minstens de helft van de uren op te starten vanuit zedenleer om zo
de verschillende culturen te ontdekken
en te vergelijken.
Eigen standpunt hierover
Hier wordt er op een breder vlak gekeken, niet enkel de verschillende levensbeschouwingen moeten ten volle ontdekt kunnen worden, maar ook de verschillende religies en culturen. Dit kan uiteraard niet echt binnen het vak godsdienst gedaan worden omdat ze hier vertrekken van het christendom. Bij zedenleer kan er over de verschillende culturen een mening gevormd worden zonder dat er wordt vermeld dat het christendom eigenlijk beter is. Op zich vind ik dit een goede manier om over verschillende culturen te leren zonder dat je in een bepaalde richting wordt geduwd, maar ook hier wordt weer niet de keuze gelaten of je dit vak wel wil volgen en dat vind ik niet zo goed.
Ik ben het ermee eens dat er aandacht besteed moet worden aan de kennis van verschillende culturen over te brengen. Echter vind ik niet dat dit kan op 2 manieren, ik denk dat het enkel kan wanneer er lessen worden gegeven 'over' verschillende culturen. Bij lessen 'binnen' een bepaalde godsdienst, wordt je teveel gestuurd in de richting van het christendom, wat ik fout vind. Ik ben ook van mening dat wanneer je de lessen laat geven door één bepaalde leerkracht, dat je dan geen verschillende standpunten hebt gehoord en je dan ook weer meer gestuurd wordt in de richting van het eenduidige standpunt van die ene leerkracht.
CD&V
CD&V vindt vooral dat het belangrijk is dat er levensbeschouwelijke gegeven worden, wat de inhoud hiervan is en welke lessen er gegeven worden, daar willen zij zich niet in moeien. Wel hopen ze dat in die lessen voldoende visie, achtergrond, traditie en het
nodige respect wordt aangebracht
over de verschillende culturen.
In dit standpunt kan ik mij het meeste vinden, er worden net echt voorwaarden opgelegd waaraan de levensbeschouwelijke vakken moeten voldoen, ze willen zich niet moeien met de inhoud. Als leerkracht vind ik dat je zelf de invulling van je vak grotendeels moet kunnen bepalen. Uiteraard moet je wel rekening houden met de verschillende aandachtspunten zoals hier aangegeven, maar ik denk dat dit logisch is dat je dit doet.
LDD
Het standpunt van LDD komt dan weer overeen met dat van CD&V, zij vinden ook dat er beter door de scholen vrij gekozen wordt welke levensbeschouwelijke vakken ze aanbieden, hoe ze dat doen en of ze dit al dan niet wel willen aanbieden.
Dit had voor mij het perfecte standpunt kunnen zijn, maar één klein minpunten, waarin ze verschillen met CV&V, is dat ze geen echte richtlijnen geven ivm wat ze wel hopen te bereiken in die lessen. Dit vind ik persoonlijk een iets te vrije keuze. Ook wordt er gezegd dat scholen er voor mogen kiezen om eventueel geen levensbeschouwelijke vakken te geven, wat ik dan weer te drastisch vind.
Vlaams Belang
Het vlaams belang is van mening dat er zoveel mogelijk vrij gekozen moet worden i.v.m. levensbeschouwelijke vakken. Ze vinden het niet nodig om voorwaarden en verplichtingen op te leggen voor deze vakken omdat er volgens hen sowieso plaats is om rond levensbeschouwingen te werken en over de verschillen hier rond.
S.p.a
De S.p.a vindt dat er in onze samenleving nood is aan kennis van de verschillende levensbeschouwingen en culturen. Het is dus belangrijk dat hier lessen over gegeven worden, dit kan volgens hen zowel in lessen 'binnen' een bepaalde godsdienst als in lessen 'over' verschillende godsdiensten. Een voorwaarde die stellen is nl. dat de verschillende levensbeschouwingen door één bepaalde leerkracht gegeven worden en dat deze opgeleid is in de filosofie, antropologie, cultuursociologie of geschiedenis.
Eigen standpunt hierover
CD&V
CD&V vindt vooral dat het belangrijk is dat er levensbeschouwelijke gegeven worden, wat de inhoud hiervan is en welke lessen er gegeven worden, daar willen zij zich niet in moeien. Wel hopen ze dat in die lessen voldoende visie, achtergrond, traditie en het
nodige respect wordt aangebracht
over de verschillende culturen.
Eigen standpunt hierover
In dit standpunt kan ik mij het meeste vinden, er worden net echt voorwaarden opgelegd waaraan de levensbeschouwelijke vakken moeten voldoen, ze willen zich niet moeien met de inhoud. Als leerkracht vind ik dat je zelf de invulling van je vak grotendeels moet kunnen bepalen. Uiteraard moet je wel rekening houden met de verschillende aandachtspunten zoals hier aangegeven, maar ik denk dat dit logisch is dat je dit doet.
LDD
Eigen standpunt hierover
Dit had voor mij het perfecte standpunt kunnen zijn, maar één klein minpunten, waarin ze verschillen met CV&V, is dat ze geen echte richtlijnen geven ivm wat ze wel hopen te bereiken in die lessen. Dit vind ik persoonlijk een iets te vrije keuze. Ook wordt er gezegd dat scholen er voor mogen kiezen om eventueel geen levensbeschouwelijke vakken te geven, wat ik dan weer te drastisch vind.
Vlaams Belang
Het vlaams belang is van mening dat er zoveel mogelijk vrij gekozen moet worden i.v.m. levensbeschouwelijke vakken. Ze vinden het niet nodig om voorwaarden en verplichtingen op te leggen voor deze vakken omdat er volgens hen sowieso plaats is om rond levensbeschouwingen te werken en over de verschillen hier rond.
Eigen standpunt hierover
Hier ben ik het opnieuw niet mee eens dat er volledige vrije keuze is. Waar ik het wel mee eens ben is dat er ook in andere lessen, die losstaan van godsdiensten, ook voldoende aanbod is rond het levensbeschouwelijke, al dan niet bewust, maar ik denk niet dat dit voldoende is om er zich een mening over te kunnen vormen.
NV-A
NV-A zegt: " De overheid mag bepalen wat de kwalitatieve minimumvereisten inzake leerstof zijn, maar de vrijheid van onderwijs impliceert op zijn minst dat de overheid niet het recht heeft zich rechtstreeks met het pedagogisch project in te laten", wat wil zeggen dat leerkrachten vrij zijn om de inhoud van de lessen te kiezen als ze zich aan de voorwaarden houden. Over het idee van de verplichting van de helft van de lesuren zedenleer vanaf de derde graad secundair onderwijs, zijn ze het niet eens.
Over het eerste ben ik het eens, er hoeven geen voorwaarden en verplichtingen opgelegd te worden, aangezien ook vind dat er vrije keuze moet bestaan over de inhoud van de levensbeschouwelijke vakken. Over het tweede ben ik het minder eens, ik vind het wel een goed idee dat het niet verplicht wordt om zedenleer te geven, maar het zou een goede kans kunnen zijn om in dit vak over verschillende culturen te leren.
Eigen standpunt hierover
Over het eerste ben ik het eens, er hoeven geen voorwaarden en verplichtingen opgelegd te worden, aangezien ook vind dat er vrije keuze moet bestaan over de inhoud van de levensbeschouwelijke vakken. Over het tweede ben ik het minder eens, ik vind het wel een goed idee dat het niet verplicht wordt om zedenleer te geven, maar het zou een goede kans kunnen zijn om in dit vak over verschillende culturen te leren.
vrijdag 30 mei 2014
Het kind weet waar hij aan toe is
Kinderen willen weten waar iemand naartoe gaat als ze doodgaan, zeker als het over zichzelf gaat, waar gaan ze zelf naartoe? Dit is de meest voor de hand liggende vraag, maar welke vragen kunnen ze nog hebben als ze weten dat ze niet meer zo lang te leven hebben? Hieronder een paar mogelijke vragen;
- Waar ga ik naartoe als ik dood ben?
- Hoe ziet de hemel eruit?
- Zal ik daar vriendjes hebben?
- Waarom ga jij niet met mij mee mama?
- Waarom ga ik nu al dood? ik ben toch nog niet oud?
- Welk lichaamsdeel gaat er eerst dood?
- Hoe weet ik wanneer ik dood ben?
- Kan ik weer terug levend worden?
- Kom je mij wel eens bezoeken als ik in de hemel ben?
Al deze vragen spoken rond in het hoofd van kinderen die weten dat ze dood gaan, als ouder is het niet makkelijk om daarop te antwoorden. Toch kan je beter een antwoord geven wanneer de vragen zich voordoen, want als ze er niet meer zijn is het te laat en dan kan je wel eens spijt hebben dat je jou kind niet meer verteld hebt of geholpen hebt met zijn/haar vragen.
Onderzoeksvraag 3: Wat met vragen van kinderen die ziek zijn en weten dat ze binnenkort gaan sterven?
Kinderen voorbereiden op de dood is het moeilijkste wat er is.
Om op deze vraag te antwoorden wil ik starten met een artikel met een voorbeeld uit de praktijk over een moeder die verteld over haar zoontje van 2,5 jaar dat ziek was en dat ze moest voorbereiden op de dood.
Hiervoor wil ik even verwijzen naar onderzoeksvraag 1 waar ik per leeftijd kort heb omschreven wat kinderen begrijpen over de dood.
Hierin wordt vertelt dat een kind van 2,5 jaar niet beseft wat de dood is en er dus ook niet bang voor is. Belangrijk is dus dat je het kind er ook niet bang voor maakt. Graag wil ik uit het artikel dus weten hoe de moeder dit heeft aangepakt.
Verhaal van de moeder
Haar zoontje is op 2,5 jarige leeftijd gestorven. Ze hebben hem altijd in een voor hem zo goed mogelijk begrijpende taal voorbereid.
Toen de dokters hen kwam vertellen dat ze voor hem niets meer konden doen, wisten ze niet hoe ze het hem moesten vertellen, want het was voor ons al zo pijnlijk.
Ze vertelden hem dat hij niet meer naar het ziekenhuis moest maar dat hij naar de hemel, God en lieve mensen zou gaan.
Hij werd heel stil, keek de andere kan uit en begon opnieuw te spelen, hij gunde zijn mama geen blik meer.
Nadien voelde zij zich zo schuldig dat ze er achteraf voor hem een mooi verhaal van maakte. Ze vertelde hem dat hij lang zou slapen en dat wanneer hij wakker zou worden hij geen pijn meer zou hebben en opnieuw zou kunnen spelen.
De moeder voelde dat haar zoontje wat onzeker werd en dacht dat hij van alles moet gevoeld hebben.
Tijdens het spelen riep hij naar zijn mama: "mama ik ga naar de hemel, God en lieve mensen, mama kan mij niet zien, daaag"!
Eigen mening
Persoonlijk vind ik dat de moeder het op een goede manier heeft aangebracht. Ze heeft haar best gedaan om het hem op een zo goed mogelijke manier uit te leggen.
Toch vind ik dat ze het voor hem nog aangenamer had moeten maken door er wat meer fantasie in te steken om hem minder bang te maken voor de dood.
Uiteraard is de dood niets leuk of positief maar voor een kind van 2,5 jaar niet bang te maken kan je het beter voor hem was aangenamer maken.
Bron: Devries,A. Hoe bereid je een kind voor op de dood.[online]. Beschikbaar. http://www.ouders.nl/vraagbaken/hoe-bereid-je-een-kind-voor-op-de-dood-2%C2%BD-jr
Om op deze vraag te antwoorden wil ik starten met een artikel met een voorbeeld uit de praktijk over een moeder die verteld over haar zoontje van 2,5 jaar dat ziek was en dat ze moest voorbereiden op de dood.
Hiervoor wil ik even verwijzen naar onderzoeksvraag 1 waar ik per leeftijd kort heb omschreven wat kinderen begrijpen over de dood.
Hierin wordt vertelt dat een kind van 2,5 jaar niet beseft wat de dood is en er dus ook niet bang voor is. Belangrijk is dus dat je het kind er ook niet bang voor maakt. Graag wil ik uit het artikel dus weten hoe de moeder dit heeft aangepakt.
Verhaal van de moeder
Haar zoontje is op 2,5 jarige leeftijd gestorven. Ze hebben hem altijd in een voor hem zo goed mogelijk begrijpende taal voorbereid.
Toen de dokters hen kwam vertellen dat ze voor hem niets meer konden doen, wisten ze niet hoe ze het hem moesten vertellen, want het was voor ons al zo pijnlijk.
Ze vertelden hem dat hij niet meer naar het ziekenhuis moest maar dat hij naar de hemel, God en lieve mensen zou gaan.
Hij werd heel stil, keek de andere kan uit en begon opnieuw te spelen, hij gunde zijn mama geen blik meer.
Nadien voelde zij zich zo schuldig dat ze er achteraf voor hem een mooi verhaal van maakte. Ze vertelde hem dat hij lang zou slapen en dat wanneer hij wakker zou worden hij geen pijn meer zou hebben en opnieuw zou kunnen spelen.
De moeder voelde dat haar zoontje wat onzeker werd en dacht dat hij van alles moet gevoeld hebben.
Tijdens het spelen riep hij naar zijn mama: "mama ik ga naar de hemel, God en lieve mensen, mama kan mij niet zien, daaag"!
Eigen mening
Persoonlijk vind ik dat de moeder het op een goede manier heeft aangebracht. Ze heeft haar best gedaan om het hem op een zo goed mogelijke manier uit te leggen.
Toch vind ik dat ze het voor hem nog aangenamer had moeten maken door er wat meer fantasie in te steken om hem minder bang te maken voor de dood.
Uiteraard is de dood niets leuk of positief maar voor een kind van 2,5 jaar niet bang te maken kan je het beter voor hem was aangenamer maken.
Bron: Devries,A. Hoe bereid je een kind voor op de dood.[online]. Beschikbaar. http://www.ouders.nl/vraagbaken/hoe-bereid-je-een-kind-voor-op-de-dood-2%C2%BD-jr
Onderzoeksvraag 2: Hoe reageer je als volwassenen het best op vragen van kinderen over de dood?
Er zijn verschillende manieren hoe je kan reageren op vragen van kinderen over de dood.
Wat mij één van de moeilijkste vragen lijkt is "waar ga je naartoe als je dood bent?" Op deze vraag wil ik graag dieper inspelen.
Er is niet echt een juist antwoord op deze vraag want kinderen uitleggen wat de dood betekend blijft moeilijk.
Wel zijn er hier verschillende meningen over hoe je hierop kan reageren.
De twee meningen zijn uiteenlopend.
Volgens de ene kan je best de waarheid vertellen en de andere mening houdt in dat je er een soort verhaaltje van maakt waar er voor een stuk fantasie in zit, deels om kinderen de pijnlijke details te besparen.
Als je zo goed mogelijk wil antwoorden moet je:
- zo duidelijk en gemakkelijk mogelijk alles vertellen;
- alles proberen te vertalen in kindertaal, eventueel met een boekje of kinderbijbel;
- eerlijk antwoorden;
- vertellen dat niemand het echt weet;
Wanneer je de kinderen de harde waarheid wil besparen kan je vertellen dat:
- je hart naar de hemel gaat en je lichaam wordt begraven in een kist;
- je van God nieuw lichaam krijgt zodat je opnieuw kan spelen in de hemel;
- je een sterretje aan de hemel wordt (hiervoor wil ik terug even verwijzen naar het interview dat ik gedaan heb met de mama van Sam en Vic en de manier waarop zij het aan haar kinderen heeft verteld waar hun broertje naartoe is);
- je op de wolken woont (dit vond ik wel een mooie manier om te vertellen waar je naartoe gaat als je dood bent. Dit komt uit het interview met Thomas. Hij begreep niet goed waarom zijn mama zei dat ze een sterretje worden want waar ben je dan overdag als er geen sterren zijn?);
- je opnieuw geboren wordt en dat je naar de hemel gaat.
Uiteindelijk kan er niet duidelijk een antwoord gegeven worden waarom iemand dood gaat aangezien zelfs volwassenen niet weten waarom en niet weten wat er komt na de dood.
Het is belangrijk dat je kinderen geruststelt, want door zelf angst uit te stralen omdat je niet weet wat te antwoorden, kan je die angst op hen overbrengen.
Kinderen mogen niet bang worden voor de dood, alles wat rooskleuriger maken voor kinderen mag wel vind ik.
Bron: Anoniem. Moeilijke vragen beantwoorden.[online]. Beschikbaar. http://www.ikkeben.nl/forum/topic.asp?topic_id=26031
Wat mij één van de moeilijkste vragen lijkt is "waar ga je naartoe als je dood bent?" Op deze vraag wil ik graag dieper inspelen.
Er is niet echt een juist antwoord op deze vraag want kinderen uitleggen wat de dood betekend blijft moeilijk.
Wel zijn er hier verschillende meningen over hoe je hierop kan reageren.
De twee meningen zijn uiteenlopend.
Volgens de ene kan je best de waarheid vertellen en de andere mening houdt in dat je er een soort verhaaltje van maakt waar er voor een stuk fantasie in zit, deels om kinderen de pijnlijke details te besparen.
Als je zo goed mogelijk wil antwoorden moet je:
- zo duidelijk en gemakkelijk mogelijk alles vertellen;
- alles proberen te vertalen in kindertaal, eventueel met een boekje of kinderbijbel;
- eerlijk antwoorden;
- vertellen dat niemand het echt weet;
Wanneer je de kinderen de harde waarheid wil besparen kan je vertellen dat:
- je hart naar de hemel gaat en je lichaam wordt begraven in een kist;
- je van God nieuw lichaam krijgt zodat je opnieuw kan spelen in de hemel;
- je een sterretje aan de hemel wordt (hiervoor wil ik terug even verwijzen naar het interview dat ik gedaan heb met de mama van Sam en Vic en de manier waarop zij het aan haar kinderen heeft verteld waar hun broertje naartoe is);
- je op de wolken woont (dit vond ik wel een mooie manier om te vertellen waar je naartoe gaat als je dood bent. Dit komt uit het interview met Thomas. Hij begreep niet goed waarom zijn mama zei dat ze een sterretje worden want waar ben je dan overdag als er geen sterren zijn?);
- je opnieuw geboren wordt en dat je naar de hemel gaat.
Uiteindelijk kan er niet duidelijk een antwoord gegeven worden waarom iemand dood gaat aangezien zelfs volwassenen niet weten waarom en niet weten wat er komt na de dood.
Het is belangrijk dat je kinderen geruststelt, want door zelf angst uit te stralen omdat je niet weet wat te antwoorden, kan je die angst op hen overbrengen.
Kinderen mogen niet bang worden voor de dood, alles wat rooskleuriger maken voor kinderen mag wel vind ik.
Bron: Anoniem. Moeilijke vragen beantwoorden.[online]. Beschikbaar. http://www.ikkeben.nl/forum/topic.asp?topic_id=26031
maandag 12 mei 2014
Verplichte literatuur: Obama en geloof
Voor de verplichte lectuur rond 'Obama en geloof' heb ik het artikel 'Obama, Romney share their Christian views' gelezen.
hier kan u het artikel raadplegen:
http://content.usatoday.com/communities/Religion/post/2012/08/president-obama-mitt-romney-religion-faith-cathedral/1#.U3DDtYF_s1K
Algemene indruk Obama:
Over politiek ken ik niet zoveel, laat staan dat ik erover zou mogen oordelen. Wat ik wel weet is dat ik Obama evenveel de kans gun om president te zijn en te blijven dan ieder ander mens. Of hij nu zwart of blank is, maakt voor mij niet zoveel uit, maar dat hij het als 'zwarte' aandurft om de taak als president getuigd volgens mij van veel moed, aangezien er hierover toch veel kritiek opduikt. Ik heb daarom wel veel respect voor Obama, want als er iemand is die ervoor kan zorgen dat er geen vooroordelen en respect voor ieder mens zal zijn, is hij het wel.
Visie op geloof
In het artikel zegt de eerste zin van het artikel al genoeg: Wat heeft het geloof van iemand te maken met de persoon die erachter zit? en wat maakt het uit?
Het maakt inderdaad niets uit, althans toch niet voor mij. Of Obama nu een christen of een moslim is (zoals een aantal mensen beweren), heeft volgens mij niets met het karakter van een persoon te maken en dat is ook hoe Obama zich probeert te verdedigen. Wat ik wel wil geloven is dat het geloof van Obama invloed kan hebben op zijn visie op de wereld, omdat ze in een bepaald geloof toch ook vasthouden aan bepaalde routines en principes. Dit is dan weer tegenstrijdig met wat Obama beweert, volgens hem heeft zijn geloof geen invloed op zijn job als president.
Hij beweert ook dat geloof mensen aanzet tot medeleven en goede daden en dat dit goed is voor de samenleving. Hier zit inderdaad iets van waarheid in, maar vanuit het geloof van sommige mensen kunnen er ook vaak slechte daden voortkomen waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Iemand die zich sterk vasthoudt aan zijn of haar geloof is dus niet altijd even goed en ik ben van mening dat het misschien wel goed is om het geloof wat meer los te laten.
Voor een president is het misschien ook beter om zijn geloof niet te sterk uit te spreken en openstaat voor de verschillende geloofsuitingen zodat hij de visies van het volk beter kan begrijpen en ook op meer respect kan rekenen van de mensen.
Desondanks de verschillen tussen mijn visie en die van Obama op geloof, ben ik ervan overtuigd dat hij een goed president is en dat hij heel wat verschil kan uitmaken voor de samenleving.
hier kan u het artikel raadplegen:
http://content.usatoday.com/communities/Religion/post/2012/08/president-obama-mitt-romney-religion-faith-cathedral/1#.U3DDtYF_s1K
Algemene indruk Obama:
Over politiek ken ik niet zoveel, laat staan dat ik erover zou mogen oordelen. Wat ik wel weet is dat ik Obama evenveel de kans gun om president te zijn en te blijven dan ieder ander mens. Of hij nu zwart of blank is, maakt voor mij niet zoveel uit, maar dat hij het als 'zwarte' aandurft om de taak als president getuigd volgens mij van veel moed, aangezien er hierover toch veel kritiek opduikt. Ik heb daarom wel veel respect voor Obama, want als er iemand is die ervoor kan zorgen dat er geen vooroordelen en respect voor ieder mens zal zijn, is hij het wel.
Visie op geloof
In het artikel zegt de eerste zin van het artikel al genoeg: Wat heeft het geloof van iemand te maken met de persoon die erachter zit? en wat maakt het uit?
Het maakt inderdaad niets uit, althans toch niet voor mij. Of Obama nu een christen of een moslim is (zoals een aantal mensen beweren), heeft volgens mij niets met het karakter van een persoon te maken en dat is ook hoe Obama zich probeert te verdedigen. Wat ik wel wil geloven is dat het geloof van Obama invloed kan hebben op zijn visie op de wereld, omdat ze in een bepaald geloof toch ook vasthouden aan bepaalde routines en principes. Dit is dan weer tegenstrijdig met wat Obama beweert, volgens hem heeft zijn geloof geen invloed op zijn job als president.
Hij beweert ook dat geloof mensen aanzet tot medeleven en goede daden en dat dit goed is voor de samenleving. Hier zit inderdaad iets van waarheid in, maar vanuit het geloof van sommige mensen kunnen er ook vaak slechte daden voortkomen waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Iemand die zich sterk vasthoudt aan zijn of haar geloof is dus niet altijd even goed en ik ben van mening dat het misschien wel goed is om het geloof wat meer los te laten.
Voor een president is het misschien ook beter om zijn geloof niet te sterk uit te spreken en openstaat voor de verschillende geloofsuitingen zodat hij de visies van het volk beter kan begrijpen en ook op meer respect kan rekenen van de mensen.
Desondanks de verschillen tussen mijn visie en die van Obama op geloof, ben ik ervan overtuigd dat hij een goed president is en dat hij heel wat verschil kan uitmaken voor de samenleving.
Prentenboeken met levensvragen
In de zoektocht naar levensvragen van kinderen over de dood is er na de theorie en de praktijk nog een deeltje dat ik wil aanhalen, nl: prentenboeken. In prentenboeken is het vaak zo dat er thema's besproken worden waar je met kleuters moeilijk over kan praten, daarom is het handig om dit met een verhaal te doen. Prentenboeken zijn voor kinderen ook vaak een herkenningspunt, ze kunnen zich makkelijk identificeren met het hoofdpersonage.
Eigen mening:
Ik vind het boekje een aanrader om met kleuters over de dood te praten, er komen heel wat gerichte vragen in het boekje over de dood, waar je als kleuterjuf een goed gesprek over kan voeren. Misschien weten de kleuters het antwoord op de vragen wel zelf. De prenten wanneer de jongen zijn zusje ontmoet vind ik nogal somber, de dood moet weliswaar niet met leuke vrolijke momenten geassocieerd worden, maar ik vind wel dat het feit dat hij eindelijk zijn zusje ontmoet wel een positief gebeuren is.
Zelf vind ik het wel hier en daar wat moeilijk te begrijpen en dat is jammer, want dan kan je het niet echt voorlezen voor kleuters, zeker niet voor jongere kleuters, maar met oudere kleuters valt het zeker wel te proberen. Ik zou het zelf misschien eerder al aanbieden in de lagere school, voor deze leeftijdscategorie is het ook bedoeld.
2. Boek: 'Als je dan dood bent, wordt je dan niet meer beter?', Piet Breebaart.
Het tweede boekje dat ik gevonden heb, vond ik zelf een zeer mooi boek omdat het verhaal is geschreven naar aanleiding van het 2-jarige zoontje van de auteur, dat plots overleden is en waar ook zijn ander zoontje van 5 jaar, Joeri, veel vragen over heeft. Het verhaal gaat over een konijn Fred dat ook een broertje heeft en dat plots sterft. In het boekje wordt ingespeeld op het hele gebeuren rond de dood; de ziekte, de begrafenis en vooral de gevoelens van Fred bij de dood van zijn broer en wat voor vragen hij heeft. De titel zegt het zelf al: " als je dan dood bent, wordt je dan niet meer beter?" Dit is één van de vele vragen die Fred zich stelt bij de dood van zijn broer.
Eigen mening
Het is prachtig om te weten dat een vader samen met zijn zoon een boek schrijft als het ware ten ere van zijn ander overleden zoontje. Wat ik zelf ook mooi vind is dat de gevoelens van het zoontje van 5 geprojecteerd worden in het boek en dat hij er zelf ook aan mee geholpen heeft om het boek te maken. De verschillende vragen en gevoelens komen in het boek zeer goed tot zijn recht en het kan voor mensen met dezelfde situatie een enorme betekenis hebben.
3. Boek: ' Eva in het land van de verloren zusjes', Thierry Robberecht.
Dit boekje heeft iets sterk wat de 2 vorige boeken niet hebben, hierin wordt veel minder ingezoomd op het zusje dat gestorven is, maar eerder op het meisje dat nog over blijft. Er wordt in de omgekeerde richting gedacht, het is niet het overleden meisje Elisa dat naar ergens gaat (bv. naar de hemel), maar het is Eva, die overblijft, die naar het land van de verloren zusjes gaat en dat maakt het boek zo bijzonder. In dat land is er veel verdriet, want iedereen daar heeft hetzelfde meegemaakt en dat brengt veel leed met zich mee. Uiteraard moeten we dit niet letterlijk nemen en gaat Eva nergens heen, maar voor kinderen kan dit een manier zijn om een soort houvast te hebben, dat ze in dat land terecht kunnen. Gelukkig is er ook voor stuk hoop verwerkt in het boek, want er wordt verteld dat er een einde komt aan het verdriet van Eva en dat ze ermee leert leven.
Eigen mening
Ik vind het zeer positief dat het boek een andere kijk heeft op het verliezen van iemand, het is erg dat degene die gestorven is weg is, maar wordt daar soms niet te veel bij stilgestaan? moet er ook niet meer gekeken worden naar de mensen die overblijven en meer stilstaan met hoe zij zich voelen en waar zij nu naartoe moeten nu de overledene er niet meer is. Een mooi, maar toch zeer aangrijpende en confronterend boekje.
Gelijkenissen bij de boekjes
Wat opvallend is aan de 3 boekjes is dat het steeds over een broertje of zusje gaat dat overleden is. Uiteraard heb ik ook boekjes gevonden waar het gaat over een oma of opa die sterft, maar daarin komen veel minder levensvragen in terug. Toeval of niet? Volgens mij niet, voor kinderen is het veel vanzelfsprekender dat oma's en opa's doodgaan, want alle oude mensen gaan ooit dood. Dit wil niet zeggen dat het hen niets doet dat ze doodgaan, maar het roept bij hen minder vragen op. Een jong broertje of zusje dat doodgaat is niet zo vanzelfsprekend want alleen oude mensen gaan dood volgens hen, ze begrijpen het niet en daarom ontstaan er vele vragen.
1. Boek: 'Groter dan een droom', Jef Aerts.
In mijn zoektocht naar prentenboeken passend bij mijn onderwerp heb ik heel wat boekjes gevonden in verband met verlies, wat samenhangt met de levensvragen. Maar ik heb ook een zeer specifiek boekje gevonden over een jongen die zijn overleden zusje nooit heeft gekend. In zijn droom gaat hij samen met zijn zusje heel wat leuke dingen doen. Dit is een beetje samenhangend met het interview dat ik doe met de mama van Sam, Vic en 'Simon' ( zie blog). Het is een boekje waar onder andere heel wat levensvragen in terug te vinden zijn, die de jongen aan zijn mama en zijn overleden zus (in zijn droom) stelt.
Eigen mening:
Ik vind het boekje een aanrader om met kleuters over de dood te praten, er komen heel wat gerichte vragen in het boekje over de dood, waar je als kleuterjuf een goed gesprek over kan voeren. Misschien weten de kleuters het antwoord op de vragen wel zelf. De prenten wanneer de jongen zijn zusje ontmoet vind ik nogal somber, de dood moet weliswaar niet met leuke vrolijke momenten geassocieerd worden, maar ik vind wel dat het feit dat hij eindelijk zijn zusje ontmoet wel een positief gebeuren is.
Zelf vind ik het wel hier en daar wat moeilijk te begrijpen en dat is jammer, want dan kan je het niet echt voorlezen voor kleuters, zeker niet voor jongere kleuters, maar met oudere kleuters valt het zeker wel te proberen. Ik zou het zelf misschien eerder al aanbieden in de lagere school, voor deze leeftijdscategorie is het ook bedoeld.
2. Boek: 'Als je dan dood bent, wordt je dan niet meer beter?', Piet Breebaart.
Het tweede boekje dat ik gevonden heb, vond ik zelf een zeer mooi boek omdat het verhaal is geschreven naar aanleiding van het 2-jarige zoontje van de auteur, dat plots overleden is en waar ook zijn ander zoontje van 5 jaar, Joeri, veel vragen over heeft. Het verhaal gaat over een konijn Fred dat ook een broertje heeft en dat plots sterft. In het boekje wordt ingespeeld op het hele gebeuren rond de dood; de ziekte, de begrafenis en vooral de gevoelens van Fred bij de dood van zijn broer en wat voor vragen hij heeft. De titel zegt het zelf al: " als je dan dood bent, wordt je dan niet meer beter?" Dit is één van de vele vragen die Fred zich stelt bij de dood van zijn broer.
Eigen mening
Het is prachtig om te weten dat een vader samen met zijn zoon een boek schrijft als het ware ten ere van zijn ander overleden zoontje. Wat ik zelf ook mooi vind is dat de gevoelens van het zoontje van 5 geprojecteerd worden in het boek en dat hij er zelf ook aan mee geholpen heeft om het boek te maken. De verschillende vragen en gevoelens komen in het boek zeer goed tot zijn recht en het kan voor mensen met dezelfde situatie een enorme betekenis hebben.
3. Boek: ' Eva in het land van de verloren zusjes', Thierry Robberecht.
Dit boekje heeft iets sterk wat de 2 vorige boeken niet hebben, hierin wordt veel minder ingezoomd op het zusje dat gestorven is, maar eerder op het meisje dat nog over blijft. Er wordt in de omgekeerde richting gedacht, het is niet het overleden meisje Elisa dat naar ergens gaat (bv. naar de hemel), maar het is Eva, die overblijft, die naar het land van de verloren zusjes gaat en dat maakt het boek zo bijzonder. In dat land is er veel verdriet, want iedereen daar heeft hetzelfde meegemaakt en dat brengt veel leed met zich mee. Uiteraard moeten we dit niet letterlijk nemen en gaat Eva nergens heen, maar voor kinderen kan dit een manier zijn om een soort houvast te hebben, dat ze in dat land terecht kunnen. Gelukkig is er ook voor stuk hoop verwerkt in het boek, want er wordt verteld dat er een einde komt aan het verdriet van Eva en dat ze ermee leert leven.
Eigen mening
Ik vind het zeer positief dat het boek een andere kijk heeft op het verliezen van iemand, het is erg dat degene die gestorven is weg is, maar wordt daar soms niet te veel bij stilgestaan? moet er ook niet meer gekeken worden naar de mensen die overblijven en meer stilstaan met hoe zij zich voelen en waar zij nu naartoe moeten nu de overledene er niet meer is. Een mooi, maar toch zeer aangrijpende en confronterend boekje.
Gelijkenissen bij de boekjes
Wat opvallend is aan de 3 boekjes is dat het steeds over een broertje of zusje gaat dat overleden is. Uiteraard heb ik ook boekjes gevonden waar het gaat over een oma of opa die sterft, maar daarin komen veel minder levensvragen in terug. Toeval of niet? Volgens mij niet, voor kinderen is het veel vanzelfsprekender dat oma's en opa's doodgaan, want alle oude mensen gaan ooit dood. Dit wil niet zeggen dat het hen niets doet dat ze doodgaan, maar het roept bij hen minder vragen op. Een jong broertje of zusje dat doodgaat is niet zo vanzelfsprekend want alleen oude mensen gaan dood volgens hen, ze begrijpen het niet en daarom ontstaan er vele vragen.
Interview ouder
Interview met An, mama van Simon+, Sam en Vic
Hoeveel kindjes heb je?
Ik heb twee zoontjes, maar eigenlijk heb ik er drie. Ze heten Simon, Sam en Vic.
Sam is 8 jaar en Vic is 4 jaar. Simon zou ondertussen al 9 jaar zijn, hij werd dood geboren! Ik heb een normale zwangerschap gehad maar enkele dagen voor ik moest bevallen is het fout gegaan!
Heb je er moeite mee om er over te praten?
Neen nu niet meer. We hebben het overlijden een plaatsje kunnen geven.
Kan je daar ook met iedereen over praten?
Ik vertel het alleen aan personen die ik echt goed ken en die ik vertrouw. Het is niet zo evident om zomaar onmiddellijk tegen iedereen te vertellen dat mijn eerste zoontje dood geboren werd.
Heb je kunnen afscheid nemen?
Ja we hebben hem nog een hele dag bij ons gehad. Ook mijn ouders, schoonouders en broer hebben hem nog kunnen zien. Enkel de kinderen van mijn broer, die toen nog klein waren, hebben we bewust niet komen laten kijken. Dit vonden we te emotioneel, want hoe reageert een kind hierop? Het was voor ons al zo moeilijk!
Weten Sam en Vic dat ze een broertje hebben?
Ja dat weten ze, er staan bij ons thuis en bij de familie foto's van hem. Wij hebben ook een boekje met foto's gemaakt waar zij regelmatig eens in kijken.
Hoe hebt je het hen verteld? Wanneer?
Toen ze wat groter werden begonnen ze zelf te vragen wie er op de foto stond.
We hebben hen dan vertelt dat zij niet alleen de kindjes van mama en papa zijn, maar dat ze nog een broertje hebben die gestorven is en die nu een sterretje aan de hemel is. We hebben onze Simon ook altijd bij naam genoemd.
Het is niet zo gemakkelijk om dit aan een kind uit te leggen.
Je probeert het op een zo goed mogelijke manier te vertellen, want je weet ook niet hoe ze gaan reageren. Maar we hebben er met hen altijd en nu nog zeer openlijk over gepraat.
Hadden ze veel vragen?
Ja heel veel vragen en steeds weer dezelfde vragen.
Waar is Simon nu, waar is hij naartoe? Hoe komt het dat hij weg is? Was hij ziek? Heeft hij zijn oogjes opengedaan en heeft hij naar jou gelachen? Vond Simon jou lief?
Veel vragen waar ook wij niet op kunnen antwoorden. Ook wij weten niet waaraan hij gestorven is. Er is nooit een oorzaak gevonden, ook niet na de autopsie. Het enige wat wij konden zeggen is dat zijn hartje gestopt is met kloppen. Maar wat verstaat een kind hieronder?
Soms voor ons toch ook wel heel moeilijke vragen, waar wij ook wel eens een antwoord op zouden willen weten.
Vindt je dat je altijd op deze vragen moet antwoorden?
Ja toch wel. Ik vind het belangrijk dat we erover kunnen praten. Hij is een deel van ons gezin.
Stellen ze nu nog vragen?
Ja af en toe nog wel. Zeker wanneer we naar het kerkhof gaan. Simon heeft een gedenkplaatje waar we af en toe eens een bloemetje gaan zetten. Sam en Vic gaan dan altijd mee. Maar iedere keer komen opnieuw die zelfde vragen boven.
Ik denk dat die vragen gaan blijven komen tot ze oud genoeg zijn om te begrijpen dat niet op alles een antwoord kan gegeven worden.
Een kleine anekdote tussen Sam en Vic:
Sam zegt: 'Oma en Simon zijn een sterretje aan de hemel' (hun oma is vorige maand overleden en we hebben hen vertelt dat oma nu bij Simon is en dat zij nu voor hem zorgt)
Vic vraagt: 'Kunnen wij ook naar de hemel, ik zou graag een lange ladder hebben om de baby nog eens te kunnen zien'
Waarop Sam zegt: 'Simon is geen baby meer, want hij is ouder dan ik'.
Hieruit kan je afleiden dat kinderen toch ook nog veel fantasie hebben over de dood, maar dan ook toch realistisch denken, want Simon is inderdaad voor hen geboren! En volgens hen groeit hij daar in de hemel verder...
Als ik Sam of Vic naar hun broertje zou vragen kunnen ze dan over hem vertellen?
Ja dat denk ik wel, maar enkel de verhalen die wij hen vertelden.
Soms zeggen ze ook wel eens 'wij hebben nog een broertje'. Dus ook voor hen hoort hij er voor altijd bij.
Hoeveel kindjes heb je?
Ik heb twee zoontjes, maar eigenlijk heb ik er drie. Ze heten Simon, Sam en Vic.
Sam is 8 jaar en Vic is 4 jaar. Simon zou ondertussen al 9 jaar zijn, hij werd dood geboren! Ik heb een normale zwangerschap gehad maar enkele dagen voor ik moest bevallen is het fout gegaan!
Simon |
Heb je er moeite mee om er over te praten?
Neen nu niet meer. We hebben het overlijden een plaatsje kunnen geven.
Kan je daar ook met iedereen over praten?
Ik vertel het alleen aan personen die ik echt goed ken en die ik vertrouw. Het is niet zo evident om zomaar onmiddellijk tegen iedereen te vertellen dat mijn eerste zoontje dood geboren werd.
Heb je kunnen afscheid nemen?
Ja we hebben hem nog een hele dag bij ons gehad. Ook mijn ouders, schoonouders en broer hebben hem nog kunnen zien. Enkel de kinderen van mijn broer, die toen nog klein waren, hebben we bewust niet komen laten kijken. Dit vonden we te emotioneel, want hoe reageert een kind hierop? Het was voor ons al zo moeilijk!
Weten Sam en Vic dat ze een broertje hebben?
Ja dat weten ze, er staan bij ons thuis en bij de familie foto's van hem. Wij hebben ook een boekje met foto's gemaakt waar zij regelmatig eens in kijken.
Hoe hebt je het hen verteld? Wanneer?
Toen ze wat groter werden begonnen ze zelf te vragen wie er op de foto stond.
We hebben hen dan vertelt dat zij niet alleen de kindjes van mama en papa zijn, maar dat ze nog een broertje hebben die gestorven is en die nu een sterretje aan de hemel is. We hebben onze Simon ook altijd bij naam genoemd.
Het is niet zo gemakkelijk om dit aan een kind uit te leggen.
Je probeert het op een zo goed mogelijke manier te vertellen, want je weet ook niet hoe ze gaan reageren. Maar we hebben er met hen altijd en nu nog zeer openlijk over gepraat.
Hadden ze veel vragen?
Ja heel veel vragen en steeds weer dezelfde vragen.
Waar is Simon nu, waar is hij naartoe? Hoe komt het dat hij weg is? Was hij ziek? Heeft hij zijn oogjes opengedaan en heeft hij naar jou gelachen? Vond Simon jou lief?
Veel vragen waar ook wij niet op kunnen antwoorden. Ook wij weten niet waaraan hij gestorven is. Er is nooit een oorzaak gevonden, ook niet na de autopsie. Het enige wat wij konden zeggen is dat zijn hartje gestopt is met kloppen. Maar wat verstaat een kind hieronder?
Soms voor ons toch ook wel heel moeilijke vragen, waar wij ook wel eens een antwoord op zouden willen weten.
Vindt je dat je altijd op deze vragen moet antwoorden?
Ja toch wel. Ik vind het belangrijk dat we erover kunnen praten. Hij is een deel van ons gezin.
Stellen ze nu nog vragen?
Ja af en toe nog wel. Zeker wanneer we naar het kerkhof gaan. Simon heeft een gedenkplaatje waar we af en toe eens een bloemetje gaan zetten. Sam en Vic gaan dan altijd mee. Maar iedere keer komen opnieuw die zelfde vragen boven.
Ik denk dat die vragen gaan blijven komen tot ze oud genoeg zijn om te begrijpen dat niet op alles een antwoord kan gegeven worden.
Een kleine anekdote tussen Sam en Vic:
Sam zegt: 'Oma en Simon zijn een sterretje aan de hemel' (hun oma is vorige maand overleden en we hebben hen vertelt dat oma nu bij Simon is en dat zij nu voor hem zorgt)
Vic vraagt: 'Kunnen wij ook naar de hemel, ik zou graag een lange ladder hebben om de baby nog eens te kunnen zien'
Waarop Sam zegt: 'Simon is geen baby meer, want hij is ouder dan ik'.
Hieruit kan je afleiden dat kinderen toch ook nog veel fantasie hebben over de dood, maar dan ook toch realistisch denken, want Simon is inderdaad voor hen geboren! En volgens hen groeit hij daar in de hemel verder...
Als ik Sam of Vic naar hun broertje zou vragen kunnen ze dan over hem vertellen?
Ja dat denk ik wel, maar enkel de verhalen die wij hen vertelden.
Soms zeggen ze ook wel eens 'wij hebben nog een broertje'. Dus ook voor hen hoort hij er voor altijd bij.
Interview volwassene
Interview met Simonne, zij heeft op 6-jarige leeftijd haar peter verloren.
Heb jij als kleuter iemand verloren en wie?
Ja toen ik 6 jaar was is mijn peter gestorven. Het is heel lang geleden, in 1961.
Herinner jij je nog veel van hem?
Ja, ik weet nog hoe hij elke zondag naar Haacht naar de markt reed met de fiets om voor mij een grote zak vol snoep te gaan kopen. Hij was landbouwer en ik mocht altijd op de rug van het boerenpaard zitten. Dat paard liet alleen mij toe en mijn peter.
Ik kreeg van hem mijn eerste 'grote fiets'. Ik was hel fier toen ik daarmee naar school mocht rijden.
Hoe hebben ze het jou verteld?
Ze hebben mij verteld dat hij plots ziek was geworden (hij had kanker) maar verder hebben ze mij niet veel uitleg gegeven. Hij lag een aantal dagen in bed voor hij gestorven is en ik mocht niet naar hem toe. Ik vroeg steeds naar hem maar hij moest veel hoesten en dat was niet mooi om te zien en daarom mocht ik niet naar hem.
Toen ik toch naar hem mocht zag ik dat ze een boek onder zijn kin hadden geschoven. Ik begreep niet waarom maar later hebben ze mij gezegd dat het was om zijn mond dicht te houden.
Wie heeft het jou verteld?
Mijn mama heeft het me verteld en ze zei dat ik heel stil moest zijn. Hij is thuis gestorven en toen werden de mensen nog thuis opgebaard.
Weet je nog hoe je reageerde toen ze het je vertelde?
Ik was heel boos op mijn ouders omdat ik niet meer bij hem mocht zijn toen hij nog leefde. Daar ben ik nog een hele tijd boos om geweest.
Had je als kind veel vragen bij de dood van je peter?
Ik had heel veel vragen bij zijn dood maar niemand gaf mij uitleg.
Toen werd daar nog niet zoveel aandacht aan besteed en ik bleef met mijn vragen achter.
Kon je er met iemand over praten?
Ik kon er met niemand over praten en ik weet nog hoe boos ik was op al de familieleden die aan de koffietafel zaten.
Zijn duiven werden verkocht, zijn landbouwtuigen werden weggedaan en mijn meter zat maar voor zich uit te staren. Ik dacht: waarom laat zij dit alles gebeuren?
Ik begreep niet waarom ze al die dingen deden. Het waren mijn peter zijn spullen en daar mochten ze niet aankomen vond ik.
Waren die antwoorden op dat moment duidelijk of heb je pas later begrepen wat er toen allemaal gebeurde?
Veel was mij niet duidelijk. Toen ik ouder werd begreep ik wel veel dingen die toen gebeurden maar toch bleef ik met een wrang gevoel zitten.
Zijn er vragen waarop je nog altijd geen antwoord hebt gekregen?
Nu zijn er nog altijd dingen die ik had willen weten: wanneer is hij ziek geworden, waarom mocht ik niet bij hem toen hij in bed lag, waarom moesten zijn spullen weggedaan worden,...?
Vind je dat je goed werd ingelicht of zou jij het nu anders doen?
Ik werd niet goed ingelicht en ik vond dat ze hem snel vergeten waren. Zeker toen ze ook zijn kleren begonnen op te opruimen. Ik vond dat verschrikkelijk.
Ik zou mijn kinderen en kleinkinderen zeker heel anders inlichten en hen wel goed uitleggen wat en waarom bepaalde dingen gedaan worden. Ik zou hen de waarheid vertellen en zeker niet weghouden bij de persoon die aan het sterven is of gestorven is.
Door hen bepaalde dingen te onthouden gaan kinderen zich een slecht beeld vormen van wat er aan de hand is en gaan ze zich zeker onzeker en soms zelfs schuldig voelen.
Heb jij als kleuter iemand verloren en wie?
Ja toen ik 6 jaar was is mijn peter gestorven. Het is heel lang geleden, in 1961.
Herinner jij je nog veel van hem?
Ja, ik weet nog hoe hij elke zondag naar Haacht naar de markt reed met de fiets om voor mij een grote zak vol snoep te gaan kopen. Hij was landbouwer en ik mocht altijd op de rug van het boerenpaard zitten. Dat paard liet alleen mij toe en mijn peter.
Ik kreeg van hem mijn eerste 'grote fiets'. Ik was hel fier toen ik daarmee naar school mocht rijden.
Hoe hebben ze het jou verteld?
Ze hebben mij verteld dat hij plots ziek was geworden (hij had kanker) maar verder hebben ze mij niet veel uitleg gegeven. Hij lag een aantal dagen in bed voor hij gestorven is en ik mocht niet naar hem toe. Ik vroeg steeds naar hem maar hij moest veel hoesten en dat was niet mooi om te zien en daarom mocht ik niet naar hem.
Toen ik toch naar hem mocht zag ik dat ze een boek onder zijn kin hadden geschoven. Ik begreep niet waarom maar later hebben ze mij gezegd dat het was om zijn mond dicht te houden.
Wie heeft het jou verteld?
Mijn mama heeft het me verteld en ze zei dat ik heel stil moest zijn. Hij is thuis gestorven en toen werden de mensen nog thuis opgebaard.
Weet je nog hoe je reageerde toen ze het je vertelde?
Ik was heel boos op mijn ouders omdat ik niet meer bij hem mocht zijn toen hij nog leefde. Daar ben ik nog een hele tijd boos om geweest.
Had je als kind veel vragen bij de dood van je peter?
Ik had heel veel vragen bij zijn dood maar niemand gaf mij uitleg.
Toen werd daar nog niet zoveel aandacht aan besteed en ik bleef met mijn vragen achter.
Kon je er met iemand over praten?
Ik kon er met niemand over praten en ik weet nog hoe boos ik was op al de familieleden die aan de koffietafel zaten.
Zijn duiven werden verkocht, zijn landbouwtuigen werden weggedaan en mijn meter zat maar voor zich uit te staren. Ik dacht: waarom laat zij dit alles gebeuren?
Ik begreep niet waarom ze al die dingen deden. Het waren mijn peter zijn spullen en daar mochten ze niet aankomen vond ik.
Waren die antwoorden op dat moment duidelijk of heb je pas later begrepen wat er toen allemaal gebeurde?
Veel was mij niet duidelijk. Toen ik ouder werd begreep ik wel veel dingen die toen gebeurden maar toch bleef ik met een wrang gevoel zitten.
Zijn er vragen waarop je nog altijd geen antwoord hebt gekregen?
Nu zijn er nog altijd dingen die ik had willen weten: wanneer is hij ziek geworden, waarom mocht ik niet bij hem toen hij in bed lag, waarom moesten zijn spullen weggedaan worden,...?
Vind je dat je goed werd ingelicht of zou jij het nu anders doen?
Ik werd niet goed ingelicht en ik vond dat ze hem snel vergeten waren. Zeker toen ze ook zijn kleren begonnen op te opruimen. Ik vond dat verschrikkelijk.
Ik zou mijn kinderen en kleinkinderen zeker heel anders inlichten en hen wel goed uitleggen wat en waarom bepaalde dingen gedaan worden. Ik zou hen de waarheid vertellen en zeker niet weghouden bij de persoon die aan het sterven is of gestorven is.
Door hen bepaalde dingen te onthouden gaan kinderen zich een slecht beeld vormen van wat er aan de hand is en gaan ze zich zeker onzeker en soms zelfs schuldig voelen.
Gesprek kleuter 6 jaar
Ik heb een gesprek proberen aanknopen over de dood, wat niet gemakkelijk is bij een kind van 6 jaar, zeker niet al hij het nog nooit van dichtbij heeft meegemaakt.
Plots zag ik de poes 'Felix' in huis rondlopen, hierdoor kwam ik op een idee.
Ik: Oh kijk eens wat een lieve poes, is dat die van jou Thomas.
Thomas: Dat is onze poes, van mij en van mijn zusje Julie.
Ik: En hoe heet ze?
Thomas: Het is wel een jongen hé, hij noemt Felix.
Ik: En hoe oud is Felix?
Thomas: (vraagt aan zijn mama hoe oud de poes is) Hij is 3 jaar.
Ik: Oh dan is hij even oud als Julie, jij was dan al geboren toen de poes bij jullie kwam?
Thomas: Ja, maar Julie nog niet.
Ik: En hoe oud worden poezen, weet jij dat?
Thomas: Nee.
Ik: Hoeveel jaar denk je dat Felix zal worden?
Thomas: Wel 100 jaar!
Ik: Ja, denk je dat?
Thomas: Ja, misschien wel meer!
Ik: En wat zou er dan gebeuren na die 100 jaar?
Thomas: Dat weet ik niet.
Ik: Zou Felix er dan nog zijn?
Thomas: Nee.
Ik: Hoezo nee, zou hij dan weg zijn na 100 jaar?
Thomas: Dan gaat hij dood.
Ik: En als hij dood is zou hij dan naar de poezenhemel gaan?
Thomas: (lacht) De poezenhemel wat is dat?
Ik: Daar gaan poezen naartoe als ze dood zijn.
Thomas: Is dat dan zoals een mensenhemel.
Ik: Ik denk het wel, hoe ziet een mensenhemel er uit?
Thomas: Daar zijn allemaal wolken en de mensen die dood zijn wonen op de wolken.
Ik: Echt waar? Ben jij daar al geweest?
Thomas: Nee, ik ben toch niet dood!
Ik: Nee dat is waar, hoe weet jij dan hoe de hemel eruit ziet?
Thomas: euhm, ik denk dat.
(na gesprek met de mama om te vragen waar hij dat allemaal vandaan haalt. Mama had verteld dat mensen die dood zijn een sterretje worden en hij had als opmerking: waar zijn die mensen dan als het licht is, want dan zijn er toch geen sterren. Mama had verteld dat ze dan in de wolken zitten).
Ik: En Felix, zou die naar de poezenhemel gaan denk je?
Thomas: Ja! ... of misschien wel naar de hel!
Ik: De Hel? Waarom zou hij naar de hel gaan?
Thomas: Mijn mama zegt altijd dat als je stout bent je niet naar de hemel mag en Felix die is soms heel stout.
Ik: En dan gaat hij dus naar de hel?
Thomas: Ja, maar Felix die gaat nu toch nog niet dood hé?
Ik: Nee hoor, Felix wordt zeker wel 20 jaar.
(Ik besluit het gesprek hier af te ronden).
(Na het gesprek komt Thomas nog aan zijn mama iets vragen waar ik bij sta: "Zouden er veel poezen in de poezenhemel zijn?"
mama zegt "Ja, dat denk ik wel want alle poezen gaan daar naartoe al ze dood zijn")
Thomas is gerustgesteld en zegt tegen Felix: "Je moet niet bang zijn, als je dood bent ga je nog veel vriendjes hebben en ben je niet alleen".
Plots zag ik de poes 'Felix' in huis rondlopen, hierdoor kwam ik op een idee.
Ik: Oh kijk eens wat een lieve poes, is dat die van jou Thomas.
Thomas: Dat is onze poes, van mij en van mijn zusje Julie.
Ik: En hoe heet ze?
Thomas: Het is wel een jongen hé, hij noemt Felix.
Ik: En hoe oud is Felix?
Thomas: (vraagt aan zijn mama hoe oud de poes is) Hij is 3 jaar.
Ik: Oh dan is hij even oud als Julie, jij was dan al geboren toen de poes bij jullie kwam?
Thomas: Ja, maar Julie nog niet.
Ik: En hoe oud worden poezen, weet jij dat?
Thomas: Nee.
Ik: Hoeveel jaar denk je dat Felix zal worden?
Thomas: Wel 100 jaar!
Ik: Ja, denk je dat?
Thomas: Ja, misschien wel meer!
Ik: En wat zou er dan gebeuren na die 100 jaar?
Thomas: Dat weet ik niet.
Ik: Zou Felix er dan nog zijn?
Thomas: Nee.
Ik: Hoezo nee, zou hij dan weg zijn na 100 jaar?
Thomas: Dan gaat hij dood.
Ik: En als hij dood is zou hij dan naar de poezenhemel gaan?
Thomas: (lacht) De poezenhemel wat is dat?
Ik: Daar gaan poezen naartoe als ze dood zijn.
Thomas: Is dat dan zoals een mensenhemel.
Ik: Ik denk het wel, hoe ziet een mensenhemel er uit?
Thomas: Daar zijn allemaal wolken en de mensen die dood zijn wonen op de wolken.
Ik: Echt waar? Ben jij daar al geweest?
Thomas: Nee, ik ben toch niet dood!
Ik: Nee dat is waar, hoe weet jij dan hoe de hemel eruit ziet?
Thomas: euhm, ik denk dat.
(na gesprek met de mama om te vragen waar hij dat allemaal vandaan haalt. Mama had verteld dat mensen die dood zijn een sterretje worden en hij had als opmerking: waar zijn die mensen dan als het licht is, want dan zijn er toch geen sterren. Mama had verteld dat ze dan in de wolken zitten).
Ik: En Felix, zou die naar de poezenhemel gaan denk je?
Thomas: Ja! ... of misschien wel naar de hel!
Ik: De Hel? Waarom zou hij naar de hel gaan?
Thomas: Mijn mama zegt altijd dat als je stout bent je niet naar de hemel mag en Felix die is soms heel stout.
Ik: En dan gaat hij dus naar de hel?
Thomas: Ja, maar Felix die gaat nu toch nog niet dood hé?
Ik: Nee hoor, Felix wordt zeker wel 20 jaar.
(Ik besluit het gesprek hier af te ronden).
(Na het gesprek komt Thomas nog aan zijn mama iets vragen waar ik bij sta: "Zouden er veel poezen in de poezenhemel zijn?"
mama zegt "Ja, dat denk ik wel want alle poezen gaan daar naartoe al ze dood zijn")
Thomas is gerustgesteld en zegt tegen Felix: "Je moet niet bang zijn, als je dood bent ga je nog veel vriendjes hebben en ben je niet alleen".
Vragen in praktijk
De mogelijke vragen over de dood die ik heb opgezocht, vind ik allemaal nogal puur theoretisch. De lijst van de verschillende vragen die ik heb weergegeven, zijn uiteraard 'mogelijke' vragen, maar ik kan me niet voorstellen dat alle kinderen deze vragen van begin tot einde gaan stellen, laat staan dat ze zich tot deze vragen gaan beperken. Omwille hiervan, leek het mij interessant om eens in de praktijk te gaan kijken welke vragen kinderen nu effectief over de dood hebben.
Daarin heb ik onderscheidt gemaakt tussen 3 verschillende 'levende bronnen':
1. Kinderen die nog nooit met de dood te maken hebben gehad in hun nabije omgeving.
Hiervoor ga ik met een kleuter van 6 jaar een kort gesprekje hebben over de dood, omdat dit een leeftijd is waarop kinderen al meer besef hebben van de dood en waardoor ik dus makkelijker antwoorden ga krijgen op de vragen en omdat ik een kleuter liever niet wil bestoken met vragen maar er zelf wil over laten vertellen.
2. Kinderen die een overledene hebben in hun omgeving en die ook hebben gekend
Hiervoor wil ik graag een volwassen interviewen die nog erg jong was wanneer hij/zij iemand verloren is. Ik denk ook dat er dan iets makkelijker over gepraat kan worden dan wanneer dit heel recent is gebeurd. Ik vermoed dat een volwassene ook nog perfect kan vertellen welke vragen hij/ zij had toe die klein was en of die vragen in de loop der jaren gebleven zijn naar mat hij/ zij ouder werd.
3. Kinderen die een overledene hebben in hun omgeving en die niet hebben gekend.
Hiervoor wil ik graag een mama aan het woord laten van wie haar kind/kinderen hun overleden broer of zus nooit gekend hebben.
Mogelijke vragen over de dood
Dat kinderen heel wat vragen kunnen stellen over de dood, werd al duidelijk uit het artikel 'levensvragen van kinderen over de dood', daarin worden al heel wat mogelijke vragen gegeven. De vragen die kinderen over de dood hebben kunnen van verschillende aard zijn. Kinderen kunnen zowel praktische als informatieve vragen stellen. Ze kunnen vragen stellen over de zingeving van het leven of over hun gevoelens. De vragen zijn allemaal een beetje met elkaar verweven, maar toch kan je de vragen als het ware indelen in verschillende 'categorieën', afhankelijk van de leeftijd van het kind gaan ze meer vragen stellen uit één bepaalde categorie. Wat uiteraard niet wil zeggen dat ze geen andere vragen kunnen stellen over de dood.
Hieronder een aantal mogelijk vragen:
1. Praktische vragen
Hieronder een aantal mogelijk vragen:
1. Praktische vragen
Hoe zit het nu met mijn verjaardagsfeestje?
Waarom heeft oma nog een bril op? Ze kan nu toch niks meer
zien?
Wat gebeurd er als
niemand meer dood zou gaan?
Wanneer komt oma terug?
Hoe lang blijft oma dood?
2. Vragen over zingeving
van het leven
Waar was ik toen oma er nog was?
Wie moet mij nu leren timmeren nu opa dood is?
Ga ik nu ook dood in een ongeluk net als papa?
Is het mijn schuld dat mama niet meer wilde leven?
Waarom gaan mensen dood?
Waarom moest juist mijn broertje doodgaan?
Wanneer is iemand dood?
Als ik tegen papa praat, leeft hij dan nog een beetje?
3. Vragen over leven na
de dood
Waar ga je naartoe als je dood bent?
Waarom wordt oma onder de grond begraven, de hemel is toch
boven?
Kom je in de hemel andere dode mensen tegen?
dinsdag 29 april 2014
Bronnenlijst
Het valt op dat in het begin heel wat bronnen van dezelfde auteur zijn, dat is niet zo verwonderlijk. De boeken die Riet Fiddelaers Jaspers en Jan Fiddelaers schrijven vind ik zeer goed geschreven en het meest bruikbaar voor mijn onderwerp.
- Fiddelaers-Jaspers,R.,Levensvragen van kinderen over de dood, internet.
- Stichting in de Wolken ,De meest gestelde vragen over Kinderen en de Dood.
- Fiddelaers-Jaspers,R. Als iemand doodgaat, 2010, 20 blz.
- Fiddelaers-Jaspers,R. Meestgestelde vragen over kinderen en de dood, 2010, 20 blz.
- Katholieke Universiteit Leuven (2011). Obama en geloof, Obama and Romney share their Christian vieuws, internet:
- Fiddelaers-Jaspers,R.,Levensvragen van kinderen over de dood, internet.
- Stichting in de Wolken ,De meest gestelde vragen over Kinderen en de Dood.
- Fiddelaers-Jaspers,R. Als iemand doodgaat, 2010, 20 blz.
- Fiddelaers-Jaspers,R. Meestgestelde vragen over kinderen en de dood, 2010, 20 blz.
- Katholieke Universiteit Leuven (2011). Obama en geloof, Obama and Romney share their Christian vieuws, internet:
http://www.kuleuven.be/thomas/algemeen/actualiteit/dossiers/obama/
-Aerts, J. Groter dan een droom, 2013, Querido, 48 blz.
-Breebaard, P. Als je dood bent wordt je dan niet meer beter, 1993, Leminiscaat, 26 blz.
- Robberecht,T. Eva in het land van de verloren zusjes,2002, Clavis, 28 blz.
- De sokken van de olifant, Rouwen, [online]. Beschikbaar. http://www.desokkenvandeolifant.be/rouwen/babys-tot-kleuters-(0-6-jaar)
- Meerts,N. (2013). Kinderen en afscheid. [online]. Beschikbaar. http://afscheidvanhetleven.weebly.com/kinderen-en-afscheid.html
- Anoniem. Moeilijke vragen beantwoorden.[online]. Beschikbaar. http://www.ikkeben.nl/forum/topic.asp?topic_id=26031
- Devries,A. Hoe bereid je een kind voor op de dood.[online]. Beschikbaar. http://www.ouders.nl/vraagbaken/hoe-bereid-je-een-kind-voor-op-de-dood-2%C2%BD-jr
- Katholieke universiteit Leuven (thomas), politieke standpunten. [online]. beschikbaar.http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/
-Aerts, J. Groter dan een droom, 2013, Querido, 48 blz.
-Breebaard, P. Als je dood bent wordt je dan niet meer beter, 1993, Leminiscaat, 26 blz.
- Robberecht,T. Eva in het land van de verloren zusjes,2002, Clavis, 28 blz.
- De sokken van de olifant, Rouwen, [online]. Beschikbaar. http://www.desokkenvandeolifant.be/rouwen/babys-tot-kleuters-(0-6-jaar)
- Meerts,N. (2013). Kinderen en afscheid. [online]. Beschikbaar. http://afscheidvanhetleven.weebly.com/kinderen-en-afscheid.html
- Anoniem. Moeilijke vragen beantwoorden.[online]. Beschikbaar. http://www.ikkeben.nl/forum/topic.asp?topic_id=26031
- Devries,A. Hoe bereid je een kind voor op de dood.[online]. Beschikbaar. http://www.ouders.nl/vraagbaken/hoe-bereid-je-een-kind-voor-op-de-dood-2%C2%BD-jr
- Katholieke universiteit Leuven (thomas), politieke standpunten. [online]. beschikbaar.http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/
Onderzoeksvraag 1: Welke vragen kunnen kinderen hebben over de dood?
Om op deze vraag verder in te gaan, dacht ik dat het misschien interessant was om eens te kijken of kinderen begrijpen wat 'dood' nu precies betekent. Voordat kinderen ze vragen kunnen stellen over de dood, moeten ze het natuurlijk eerst wel begrijpen, daarna kunnen ze erover nadenken en tot slot kunnen ze er dan ook vragen over stellen. Niet alle kinderen weten wat 'de dood' is, dit is uiteraard afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Ik heb mij niet enkel beperkt tot de kleuterleeftijden, maar ook tot oudere kinderen, zo wordt het duidelijk op welke leeftijd kinderen pas echt goed weten wat dood zijn betekent.
Kinderen van 0 tot 3 jaar
Hij kleiner de kinderen zijn, hoe minder besef ze hebben van de dood. Voor hen is verschil tussen levende en niet-levende personen en dieren onduidelijk. Wat ze uiteraard wel kennen is verlies, niet zozeer wanneer er iemand dood gaat, maar wel wanneer ze van mama of papa gescheiden worden. Kinderen van 0 tot 3 jaar zijn nog niet bang voor dode personen of dieren. Het is natuurlijk wel belangrijk dat je hen er niet bang voor maakt.
Kinderen van 3 tot 6 jaar
In tegenstelling tot de peuters, kennen kleuters van 3 tot 6 jaar wel een onderscheidt tussen levende en niet-levende personen of dieren. Het kan zelf zijn dat ze over de dood praten en er in hun spel gebruik van maken. Wat de dood precies betekent en dat de dood iets permanent en blijvend is, weten ze nog niet. Ze gaan een dode eerder zien als een persoon of dier dat slaapt, ze leggen hier eerder een link naar. De link tussen dood en verdriet wordt ook stilaan duidelijk.
Op deze leeftijd hebben kinderen nog niet veel vragen, de vragen die ze stellen gaan eerder over hoe, wat en waarom. Zoals bv. Kon de dokter hem niet beter maken?
Kinderen van 6 tot 9 jaar
Stilaan begint het besef van de dood te komen, dit gebeurd op een leeftijd van 6 tot 9 jaar. Het begint de kinderen duidelijk te worden dat dood echt iets permanent is. Het feit dat je soms de dood niet kan voorkomen, is moeilijker om te begrijpen. Het is voor deze kinderen heel moeilijk, ze raken in de war en bang. Wat hen vooral bang maakt is dat iemand die ze graag zien dood kan gaan. Een terugval naar bijvoorbeeld problemen met zindelijkheid of huilen aan de schoolpoort kan hierbij optreden, enkel en alleen uit verlatingsangst dat zomaar iedereen plots kan verdwijnen. Zeer opvallend aan de vragen van deze oudere kinderen is dat ze zeer gefixeerd zijn op realistische van de dood. Het gaat om vragen zoals bv.‘Waarom heeft opa nog een bril op? Hij kan nu toch niks meer zien...
Kinderen van 9 tot 12 jaar
De dood is voor kinderen van 9 tot 12 jaar al veel duidelijker, zij weten dat alles wat leeft ook dood kan gaan. Ze weten ook dat de dood een gevolg kan zijn van verschillende dingen, zoals bv. ziekte of ouderdom.
Wat typerend is aan deze leeftijdgroep is dat ze hun verdriet ook alleen een plaats kunnen geven en dat ze er dus niet altijd een volwassene voor nodig hebben.
Kinderen van 12 jaar en ouder
Pas vanaf deze leeftijd zijn kinderen er zich bewust van dat de dood soms onvermijdelijk is. Het probleem is wel dat ze ervan uit gaan dat het niet bij mensen die ze goed kennen gebeurt. Deze leeftijdsgroep is vooral sterk bezig met het waarom van dingen, ze probeer na te gaan met de zingeving van het leven.De vragen die ze stellen gaat verder dan alleen "waarom is hij gestoven?" Zoals bv. waarom leven we? Waarom gaan niet alleen oude mensen dood?
Besluit
Door kort in te gaan op het besef van de dood bij kinderen, heb ik nu een beter zicht op de manier waarop kinderen de dood zien. Aan de hand hiervan, kan ik ongeveer inschattten op welke manier ze vragen gaan stellen en over welke aspecten van de dood de vragen mogelijk kunnen gaan. Een kind van 7 jaar zal bijvoorbeeld meer realistische vragen stellen en een kind van 4 zal eerder praktische vragen stellen.
Bron:
De sokken van de olifant, Rouwen, [online]. Beschikbaar. http://www.desokkenvandeolifant.be/rouwen/babys-tot-kleuters-(0-6-jaar)
Meerts,N. (2013). Kinderen en afscheid. [online]. Beschikbaar. http://afscheidvanhetleven.weebly.com/kinderen-en-afscheid.html
Kinderen van 0 tot 3 jaar
Hij kleiner de kinderen zijn, hoe minder besef ze hebben van de dood. Voor hen is verschil tussen levende en niet-levende personen en dieren onduidelijk. Wat ze uiteraard wel kennen is verlies, niet zozeer wanneer er iemand dood gaat, maar wel wanneer ze van mama of papa gescheiden worden. Kinderen van 0 tot 3 jaar zijn nog niet bang voor dode personen of dieren. Het is natuurlijk wel belangrijk dat je hen er niet bang voor maakt.
Kinderen van 3 tot 6 jaar
In tegenstelling tot de peuters, kennen kleuters van 3 tot 6 jaar wel een onderscheidt tussen levende en niet-levende personen of dieren. Het kan zelf zijn dat ze over de dood praten en er in hun spel gebruik van maken. Wat de dood precies betekent en dat de dood iets permanent en blijvend is, weten ze nog niet. Ze gaan een dode eerder zien als een persoon of dier dat slaapt, ze leggen hier eerder een link naar. De link tussen dood en verdriet wordt ook stilaan duidelijk.
Op deze leeftijd hebben kinderen nog niet veel vragen, de vragen die ze stellen gaan eerder over hoe, wat en waarom. Zoals bv. Kon de dokter hem niet beter maken?
Kinderen van 6 tot 9 jaar
Stilaan begint het besef van de dood te komen, dit gebeurd op een leeftijd van 6 tot 9 jaar. Het begint de kinderen duidelijk te worden dat dood echt iets permanent is. Het feit dat je soms de dood niet kan voorkomen, is moeilijker om te begrijpen. Het is voor deze kinderen heel moeilijk, ze raken in de war en bang. Wat hen vooral bang maakt is dat iemand die ze graag zien dood kan gaan. Een terugval naar bijvoorbeeld problemen met zindelijkheid of huilen aan de schoolpoort kan hierbij optreden, enkel en alleen uit verlatingsangst dat zomaar iedereen plots kan verdwijnen. Zeer opvallend aan de vragen van deze oudere kinderen is dat ze zeer gefixeerd zijn op realistische van de dood. Het gaat om vragen zoals bv.‘Waarom heeft opa nog een bril op? Hij kan nu toch niks meer zien...
Kinderen van 9 tot 12 jaar
De dood is voor kinderen van 9 tot 12 jaar al veel duidelijker, zij weten dat alles wat leeft ook dood kan gaan. Ze weten ook dat de dood een gevolg kan zijn van verschillende dingen, zoals bv. ziekte of ouderdom.
Wat typerend is aan deze leeftijdgroep is dat ze hun verdriet ook alleen een plaats kunnen geven en dat ze er dus niet altijd een volwassene voor nodig hebben.
Kinderen van 12 jaar en ouder
Pas vanaf deze leeftijd zijn kinderen er zich bewust van dat de dood soms onvermijdelijk is. Het probleem is wel dat ze ervan uit gaan dat het niet bij mensen die ze goed kennen gebeurt. Deze leeftijdsgroep is vooral sterk bezig met het waarom van dingen, ze probeer na te gaan met de zingeving van het leven.De vragen die ze stellen gaat verder dan alleen "waarom is hij gestoven?" Zoals bv. waarom leven we? Waarom gaan niet alleen oude mensen dood?
Besluit
Door kort in te gaan op het besef van de dood bij kinderen, heb ik nu een beter zicht op de manier waarop kinderen de dood zien. Aan de hand hiervan, kan ik ongeveer inschattten op welke manier ze vragen gaan stellen en over welke aspecten van de dood de vragen mogelijk kunnen gaan. Een kind van 7 jaar zal bijvoorbeeld meer realistische vragen stellen en een kind van 4 zal eerder praktische vragen stellen.
Bron:
De sokken van de olifant, Rouwen, [online]. Beschikbaar. http://www.desokkenvandeolifant.be/rouwen/babys-tot-kleuters-(0-6-jaar)
Meerts,N. (2013). Kinderen en afscheid. [online]. Beschikbaar. http://afscheidvanhetleven.weebly.com/kinderen-en-afscheid.html
dinsdag 8 april 2014
Logboek
Datum
|
SBU
|
Korte omschrijving
activiteit
|
21
februari 2014
|
2,5
uur
|
Les
1 RZL: introductieles
|
26
februari 2014
|
3,5
uur
|
-
Doornemen moduleboek RZL
-
geschikte onderwerp opzoeken +onderwerp kiezen
-
Startartikel zoeken
-
Opstart blog
|
22
maart 2014
|
2
uur
|
-
Nadenken over toelichting blog, motivering onderwerp en eigen standpunt.
-
uitschrijven in blog
-
bijpassende foto’s zoeken ter verduidelijking
|
29
maart 2014
|
2
uur
|
-Startartikel
grondig lezen
-korte
samenvatting + toelichting uitschrijven in blog
|
30
maart 2014
|
30
minuten
|
-voorlopige
blog nalezen op fouten + aanpassen
|
3
april 2014
|
2
uur
|
-opzoekingswerk
over onderwerp/ ideeën opdoen
|
8
april 2014
|
2
uur
|
-nadenken
over onderzoeksvragen
-onderzoeksvragen
uitschrijven in blog
-
voorlopig logboek opstellen en in blog plaatsen
|
16
april 2014
|
1
uur
|
-afspraak
vastleggen ‘levende’ bronnen (interviews + gesprekken)
-kort
toelichten aan persoon in kwestie wat de bedoeling is.
|
17
april 2014
|
2
uur
|
-vragen
interviews opstellen
|
28
april 2014
|
2,5
uur
|
-info
opzoeken rond onderzoeksvraag 1
-in
klad gevonden informatie noteren
(besef van dood)
|
29
april 2014
|
1
uur
|
-uittypen
gevonden info onderzoeksvraag 1
|
5
mei 2014
|
2
uur
|
-naar
de bib voor prentenboeken ivm onderwerp
|
7
mei 2014
|
1
uur
|
-Grondig
lezen prentenboek + bevindingen opschrijven
|
10
mei 2014
|
1,5
uur
|
-zoeken
naar mogelijke levensvragen over de dood
|
11
mei 2014
|
1
uur
|
-verplichte
literatuur Obama lezen + bevindingen klad noteren
|
12
mei 2014
|
5,5
uur
|
-info
prentenboek noteren
-info
levensvragen noteren
-info
verplichte literatuur toevoegen
-toelichten
levende bronnen
-vastgelegde
interviews toevoegen (basis)
|
14
mei
|
1,5
uur
|
-
interview volwassene
|
15
mei 2014
|
3
uur
|
-gesprek
kleuter 6 jaar
|
24
mei 2014
|
2
uur
|
-interview
ouder
|
26
mei 2014
|
4
uur
|
-uitschrijven
interviews op blog
|
27
mei 2014
|
3
uur
|
-info
onderzoeksvraag 2 opzoeken
|
28
mei 2014
|
3
uur
|
-info
onderzoeksvraag 3 opzoeken
|
30
mei 2014
|
2
uur
|
-info
onderzoeksvraag 2 en 3 uitschrijven op blog
|
3
juni 2014
|
1
uur
|
-logboek
en bronnenlijst aanvullen
|
7
juni 2014
|
3
uur
|
-
lezen artikel standpunten partijen + uitschrijven op blog
|
8
juni 2014
|
4
uur
|
-
lezersbrief klasse maken
-
blog nalezen
|
Abonneren op:
Posts (Atom)